Een opa of oma die overlijdt. Voor veel kinderen is het de eerste confrontatie met de dood. En dus ook met een afscheidsdienst. “Wat gaan we doen? Wat gaat er gebeuren?”. En als zij een aandeel willen hebben in de dienst, bijv. met een kaarsje of gedichtje, is er altijd dezelfde onzekerheid: “Kan ik dat wel? Er zitten zoveel mensen in de zaal… Straks ga ik huilen..”. Trouwens, voor grote mensen is dat niet anders.
Mijn antwoord is steevast: “Iedereen die wil spreken lukt altijd. Degene die wil, die kan het ook. De eerst 10 seconden zijn een beetje broos en onzeker, daarna herpak je je en ga je als een speer”. Soms kan het handig zijn om voorafgaand aan de dienst even droog te oefenen. Even te staan achter het katheder of, zoals de jongedame op de foto, met een losse microfoon naast de plek waar de kist komt te staan. Deze dame had in het geheel geen last van onzekerheid. Vol overtuiging en trots las zij een eigen geschreven verhaal voor aan opa. De generale repetitie ging al goed, de uitvoering in de dienst zelf idem dito. Je kan het!
N.B. En ook als er een snik of hapering tussendoor is, geen nood. Voor je eigen beleving duurt het lang, voor de mensen in de zaal is dat anders. Zij begrijpen dat je geen gesneden koek staat te vertellen. Zij begrijpen je emotie. Neem een slok adem of een slokje water, herneem jezelf en ga verder. Wie wil spreken kan spreken!