Hoe maak je jezelf onsterfelijk? Door grootse prestaties die ergens genoteerd staan? Door het aantal likes, hartjes, volgers of kliks die je digitaal ontvangt? Door opgenomen te worden in de geschiedenisboeken? Ons geheugen vergaat snel, het digitale geheugen nog rapper. In de oudheid probeerde men de onsterfelijkheid te overwinnen door monumenten te bouwen die de tand des tijds konden doorstaan. In het oude Egypte werden farao’s gebalsemd en gemummificeerd, er werden piramides en andere grootse werken gebouwd – duizenden jaren later bezoeken wij ze nog en zijn we benieuwd naar de grafkelders.
In het jodendom heeft men een totaal andere opvatting: we overwinnen onze onsterfelijkheid door onze idealen in te prenten in de harten van onze kinderen. Zij dragen onze genen, onze invloed, ons voorbeeld, onze idealen verder. Het is geen persoonlijke onsterfelijkheid, maar een onsterfelijkheid die we verwerven door degenen die wij tot leven brengen en die na ons voortleven. In je kinderen kan zo niet alleen je troost liggen, ook je onsterfelijkheid.
Dit was een prachtige eyeopener die ik las ik het boek van de Britse rabbijn en filosoof Jonathan Sacks (1948-2020): ‘Genesis, boek van het begin’ (Uitgeverij Skandalon, 2020, pag. 38).